Durf te vragen

Is er iemand onder jullie die zijn kind, als het om een brood vraagt, een steen zou geven?

Matteüs 7:9

In Matteüs 7:7-12 is te lezen dat we mogen ontvangen als we vragen. God wil ons geven wat we nodig hebben, we hoeven hier enkel om te vragen. Echter dit wil niet zeggen dat we altijd alles gelijk krijgen, of dat we het krijgen op de manier die we verwachten. Het kan zijn dat je geduld moet hebben voor je ontvangt waar je om gevraagd hebt. Het kan ook zijn dat je eerst nog iets moet doen voordat je kan ontvangen.

Ook de manier waarop je ontvangt kan sterk verschillen. Wie vraagt om wijsheid kan bijvoorbeeld juist vraagstukken krijgen om die wijsheid op te bouwen. Wie vraagt om meer vertrouwen in de Heer kan problemen krijgen om dat vertrouwen op te bouwen. Wie vraagt om kracht kan moeilijkheden ontvangen om sterker te kunnen worden.

Belangrijk is echter dat we wel durven te vragen. Als we er niet om vragen en het niet van Hem verwachten, wat zal Hij dan doen? Daarom zeg ik jullie, als je vraagt zal je ontvangen, als je zoekt zal je vinden en als je klopt wordt er voor je opengedaan. We mogen vertrouwen dat God nakomt wat hij heeft gezegd. Wat als zelfs slechte mensen hun kinderen geen steen geven als het om brood vraagt, hoezeer zal God dan niet aan ons zijn rijke zegeningen willen geven.

En laten we tot slot niet het 12e vers vergeten. Behandel anderen zoals je zelf ook behandeld zou willen worden. Als jij honger hebt zou je ook eten willen ontvangen, dan moet je dus ook anderen die hongerig zijn te eten geven. Als je vergeving wilt, zal je ook zelf moeten vergeven. Als je vrede wilt, zal je die ook zelf moeten verspreiden. Als je geluk wilt, zal je ook aan het geluk van anderen moeten werken.

Onze hoofden zijn vaak te veel op onszelf gericht, op ons eigen geluk op onze eigen honger. Het is zaak om dan ook vanuit je hart te kijken, en naar je naasten om te zien, op hun geluk en op hun noden. Hoe meer mensen dit zullen doen hoe mooier de wereld er uit zal komen te zien.

Ook hiervoor mag je vragen, dat je meer vanuit je hart naar anderen leert kijken. Dat je niet alleen een ontvanger mag zijn maar ook een verdeler. Iemand die doorgeeft wat hij ontvangen heeft. Immers hebben we alles wat we hebben en kunnen eerst van Hem ontvangen en hieruit mogen wij dan zelf weer uitdelen aan hen die minder hebben ontvangen.

Behandel andere mensen net zoals je zelf behandeld wilt worden. Daar gaat het om in de wet en in de andere heilige boeken.

Matteüs 7:12

Zegeningen

Degene die één talent ontvangen had, besloot het geld van zijn heer te verstoppen: hij begroef het.

Matteüs 25:18

In Matteüs 25:14-30 staat het verhaal over een man die op reis ging en daarbij drie van zijn dienaren elk een bedrag in beheer gaf. Elk naar wat ze aan konden. Twee van hen verdienden er eenzelfde bedrag bij als wat ze hadden ontvangen. Echter een van hen begroef het geld. Toen de man terug kwam van zijn reis was hij heel blij met de eerste twee dienaren. Omdat ze zo goed voor een klein bedrag konden zorgen zouden ze nog meer toevertrouwd krijgen. Op de 3e dienaar werd de man boos en nam hem af wat hij in bewaring had gegeven en gaf dat aan een van de twee goede dienaren. De conclusie hier was als je goed omgaat met wat je hebt ontvangen dan zal je nog meer mogen ontvangen, maar als je niets doet met wat je hebt, zal ook dat beetje nog van je worden afgenomen.

In de Bijbel gaat het voorbeeld over een geldbedrag (talent was destijds een waardeeenheid zoals Euro’s of Dollars tegenwoordig), maar de boodschap er achter is symbolisch. We zullen niet een concreet bedrag hebben ontvangen bij onze geboorte. Wat we echter wel hebben ontvangen zijn zegeningen. Zegeningen kunnen in vele vormen voorkomen, het kunnen talenten en gaven zijn. Maar bijvoorbeeld ook wijsheid, of geduld. Ook zijn er zegeningen die je pas later kan ontvangen zoals bijvoorbeeld succes of een fijne partner.

Ieder heeft zo zegeningen ontvangen, ieder naar wat past. Niet iedereen is hoogbegaafd of heel creatief. Ook heeft niet iedereen de gave van genezing of van profeteren ontvangen. We mogen echter weten dat wat we ook ontvangen hebben (wat nooit niets is), we dit mogen inzetten. Wie weinig heeft zal minder kunnen inzetten dan wie meer heeft gekregen. Voor degenen die veel zegeningen hebben gekregen brengt dit ook weer verantwoordelijkheid met zich mee. Immers wie veel heeft ontvangen zal ook veel moeten geven (bijverdienen).

Een stukje verder in hetzelfde bijbelhoofdstuk is te lezen hoe Jezus bij terugkomst de mensen zal opsplitsen in twee groepen. Het punt waarop wordt bepaald wie waar gaat hangt samen met het delen van wat je hebt ontvangen. Zoals Jezus het zelf zei:

Ik had honger en jullie gaven mij te eten, ik had dorst en jullie gaven mij te drinken. Ik was een vreemdeling, en jullie namen mij op, ik was naakt en jullie kleedden mij. Ik was ziek en jullie bezochten mij, ik zat gevangen en jullie kwamen naar mij toe.

We zullen dit op deze aarde niet meer fysiek voor Jezus zelf kunnen doen, maar hierop zegt Hij het volgende:

Ik verzeker jullie: alles wat jullie gedaan hebben voor een van de onaanzienlijksten van mijn broeders of zusters, dat hebben jullie voor mij gedaan.

In contrast daarop krijgt de andere groep te horen dat ze alle eerder genoemde zaken niet voor Jezus hebben gedaan. Hierop kwam deze uitleg:

Ik verzeker jullie: alles wat jullie voor een van deze onaanzienlijksten niet gedaan hebben, hebben jullie ook voor mij niet gedaan.

Wat betekend dit dan concreet? Als we iemand zien die hulp nodig heeft en wij zijn in de positie om te helpen, maar we doen niets; dan laten we Jezus in de kou staan. Maar als we iemand zien die we kunnen helpen en we doen dit ook, dan zal het zijn alsof we Jezus zelf hebben geholpen. Laat dus geen kans voorbij gaan om anderen te helpen waar mogelijk. Denk niet te min over wat je kunt doen voor anderen. Een hongerig persoon een stuk brood geven is als Jezus een stuk brood geven. Een vreemde gastvrij ontvangen is als Jezus gastvrij ontvangen. Zieken bezoeken is als Jezus bezoeken. Een ander financieel ondersteunen die het nodig heeft is als Jezus finiancieel ondersteunen. Een gebed uitspreken voor iemand is als voor Jezus bidden.

Laat je dus zeker niet ontmoedigen door wat je niet kan! Vergelijk jezelf niet met anderen, zij hebben immers andere gaven ontvangen dan jij. Kijk niet naar wat je niet kan, maar naar wat je wel kan. En besef altijd, als je je zegeningen inzet, zal je meer ontvangen. Dus elke keer als je denkt dat je al je zegeningen wel kent, dan zal Hij je blijven verrassen met nieuwe zegeningen die op je pad komen.

Geef mij de rust om los te laten (te accepteren) wat ik niet kan veranderen, geef mij de moed om te veranderen wat ik kan. En geef mij de wijsheid om het verschil tussen beide te weten.

Vrij naar: Reinhold Niebuhr