Vragen stellen, maar geen antwoorden willen krijgen

Iemand overtuigen is enorm lastig. Mensen zijn geneigd hun eigen beeld voor waar aan te nemen en alle andere beelden in twijfel te trekken. Zo zijn er mensen die vast willen houden aan twijfel, om maar geen kant te hoeven kiezen. Ze stellen vragen en vragen, maar als iemand wil antwoorden worden deze gelijk aan de kant gezet. Wie geen antwoorden wil zou geen vragen moeten stellen. Maar helaas, ook twijfel kan een vorm van waarheid voor iemand zijn. Niet kunnen of durven kiezen tussen twee kanten. Twijfel is zo veilig, je zit nergens aan vast, je stelt je keuze in feite uit. Onder druk (of invloed van emotie of passie) kunnen we vaak snel keuzes maken, niet altijd de beste, maar wel keuzes. Terwijl als er minder druk achter zit we het liefst geneigd zijn om zo lang mogelijk uit te stellen, ook wanneer we eenduidige antwoorden krijgen. Zo vliegen er hoog boven ons satellieten die on laten zien dat de aarde rond is, en ook andere planten en manen die we kunnen zien, zien er rond uit. Ondanks dat alles zijn er toch mensen die vast blijven houden aan een platte aarde.

Iets dat door wetenschap zo goed te bewijzen is, wordt toch in twijfel getrokken. Hoe lastig is het dan om mensen te overtuigen van iets ontastbaars, iets wat niet makkelijk wetenschappelijk aangetoond kan worden?

Ik heb voor de Corona-tijd aan een Alpha Cursus deelgenomen (Christendom voor beginners zeg maar). Hierin wordt onder andere uitgelegd dat er geen discussie is over of Jezus bestaan heeft en wat hij gezegd heeft, dit is zowel door voor- als tegenstanders opgetekend. Wat dan overblijft is de keuze wat je wilt geloven. Of het is waar wat er staat in de Bijbel, en Jezus is Zoon van God en kon daardoor allerlei wonderen verrichten en wijsheden delen. Of hij was niet Zoon van God en was daarmee een huichelaar, leugenaar en oplichter. Vraag nu aan jezelf, wat ligt meer voor de hand? Dat één man de wereld voor de gek heeft gehouden? Of dat het dan wellicht toch waar zal kunnen zijn?

Naast deze twee duidelijke keuzes (voor of tegen) is er ook nog helaas een grote groep mensen die tussen beide opties inzitten. Jezus was bijvoorbeeld wel een wijs man, inspirerend of zelfs een profeet. Maar dat hij Zoon van God zou zijn wordt dan niet aangenomen. Zou iemand die zo wijs was en door sommige zelfs als profeet wordt gezien daarover gaan liegen? Dit ligt niet in de lijn over wat verder bekend is van Jezus.

Hoe ben ik nu hierop terecht gekomen? Ik kwam een plaatje tegen wat mij heel erg aansprak. Het gaat om Psalm 46:11 (of 46:10 afhankelijk van vertaling). In het Engels staat dit er als volgt: “Be still, and know that I am God.” In het Nederlands komt dat neer op: “Wees stil, en weet Ik ben God.”. Hoewel het in de meeste Nederlandse Bijbelvertalingen die ik heb wordt verwoordt in de zin van “Stop met de strijd, en weet dat de Heer God is.” Of “’Leg je wapens neer’, roept Hij, ‘weet dat ik God ben.’”

Afbeelding van Facebook die mij inspireerde tot dit bericht

In het plaatje wordt dit deel in 3 stukken gesplitst en verder toegelicht (zie afbeelding). In het Nederlands komt dit neer op het volgende:

Wees stil/Stop met de strijd/Leg je wapens neer”: Stop met praten, zet je telefoon/mobiel/tablet uit, stop met commentaar geven, luister, stop met discussiëren, stop met blijven vragen, stop met klagen/zeuren. Wil dat zeggen dat je helemaal geen vragen mag stellen, nee, wat hier meer bedoeld wordt is dat het belangrijk is om te stoppen met wat je doet en je open te stellen (te luisteren) voor wat gaat volgen. In feite een manier om aan te geven dat wat hierna volgt cruciaal is en dat je dit niet wilt missen. Laat dus even alles gaan, leg je wapens neer, stop met vechten, wees stil en luister; want het beste komt er zo aan.

en weet”: Stop met twijfelen, wees zeker, heb vertrouwen, geen alternatieven zoeken. Dit is maar een kort woord “weet” en toch is dit juist het moeilijkste deel van het hele vers. Twijfelen is zo makkelijk, het ligt voor de hand, je kan je keuze uitstellen. En dat is juist wat je niet moet doen. Is dit makkelijk? Nee, maar zijn wij mensen perfect? Ook niet, als mens zullen er altijd twijfels zijn. Dit vers geeft enkel aan dat het niet hoeft. Als je wilt, mag je weten. Niemand dwingt je om te kiezen, als je wilt vasthouden aan twijfel, dan kan niemand je overtuigen. Pas als je openstaat om te kiezen, om het als waarheid te accepteren, dan mag je het zeker weten. Kan dit wetenschappelijk worden aangetoond? Nee, maar daarom heeft het nog steeds geloof. Oprechte geloof kan je niet opdringen of opleggen, dat moet van binnenuit komen. Je kan een reddingsboei uitgooien, maar wie ervoor kiest hem niet vast te pakken kan niet worden gered. Om terug te komen op de twijfel. Is twijfel nodig? Nee. Mag het? Natuurlijk, het is wel een valkuil. Pas op dat je er niet aan vastklampt. Wie oprecht twijfel heeft en meer wil weten, daarvoor is informatie aanwezig, ik kan ieder aanraden om voor zichzelf onderzoek te doen wat er zoals (zowel door voor- als tegenstanders) over Jezus wordt geschreven. Vraag ook jezelf, als 90% procent van de bronnen A zegt en 10% zegt B, zou je dan aan B vast moeten houden? Weet wel het staan je altijd vrij om zelf de keuze te maken, niemand kan dat voor je doen.

En het laatste stukje “Ik ben God/ de Heer is God”: God is almachtig, God heeft de controle, God is liefde, God is Koning, God is mijn Hoop, Rots en vesting, God is alomtegenwoordig, een hulp in tijden van zorgen, God is mijn Vader, God is mijn herder, Hij zal mij leiden, voeden, beschermen en herstellen. Dit is wat er op het plaatje staat, maar God is nog zoveel meer dan alleen dit. Dit is het stuk waar alles van deze zin naar toe heeft gewerkt. Eerst moeten we alles neerleggen en onze oren spitsen, daarna mogen we zeker zijn, van wat? Dat God waarlijk God is. Niet een verzinsel, niet een mythe, maar een kracht die we kunnen ervaren. Een helper in nood, een beschermer en al het anders wat ik hierboven ook al heb genoemd.

Zijn we dus aan het twijfelen. Dan moeten we bij onszelf kijken, willen we wel antwoord. Zitten we misschien nog midden in een strijd en moeten we eerst onze wapens nog neerleggen om te kunnen luisteren? Zijn we zelf onze vragen zo hard aan het roepen dat we het antwoord niet kunnen horen? Als je merkt dat je steeds vertwijfeld blijft roepen en je hoort maar niets. Neem dan de tijd om de strijd te stoppen, de wapens (telefoon/mobiel/tablet/computer en andere zaken) neer te leggen en een keer niet te klagen en te vragen, maar te luisteren. Als je goed luistert (bijvoorbeeld door onderzoek te doen) en je komt op antwoorden uit, accepteer ze dan. In de woorden van Sherlock Holmes “Als je alle andere opties hebt geëlimineerd, zal wat er overblijft, hoe onwaarschijnlijk ook, wel de waarheid moeten zijn.”. Het enige wat hier moeilijk is, is het accepteren van “het enige wat dan overblijft”, juist als dit niet in lijn is met waar je mee begon. Ben je aan het luisteren en kies je om het te accepteren, dan mag je weten dat God jouw God is, en dat je Hem Vader mag noemen, Hem altijd mag aanroepen, Hij voor je zal zorgen.

Slechts één beloning

Hij antwoordde: ‘Vriend, ik heb u toch niet tekort gedaan! Hadden we niet afgesproken dat u voor een dagloon bij mij zou komen werken?’

Matteüs 20:9

In Matteüs 20:1-16 staat het verhaal van eigenaar van een wijngaard die mensen inhuurt om te werken bij hem. Met de eerste mensen die in de ochtend beginnen maakt hij de afspraak dat ze een dagloon ontvangen voor het werk. Later huurt hij nog meer mensen in en beloofd hen een eerlijk/redelijk loon. Zo gaat dat een aantal keer op de dag. Zelfs vlak voor het einde van de dag huurt hij nieuwe mensen in en beloofd eerlijk loon. Aan het einde van de dag wordt er dan uitbetaald. De eigenaar begint met de mensen die het laatst kwamen en geeft ieder een volledig dagloon. Toen hij bij de laatste groep kwam (die vanaf vroeg in de ochtend al aan het werk waren), hadden die mensen meer verwacht aangezien zij langer hadden gewerkt. Echter kregen zij ook een dagloon uitbetaald. Hierop zeiden ze dat het oneerlijk was, dat zij net zoveel kregen als de anderen die maar heel kort hadden meegewerkt. Hierop kwam het antwoord van de eigenaar, zoals boven in dit bericht staat vermeld. Eerlijk is eerlijk, een dagloon was afgesproken. En de eigenaar mag verder tegen de andere werkers vrijgevig zijn als hij dat wil.

Ik zou de wijngaard willen vergelijken met het koninkrijk van God. Er zijn mensen die al hun hele leven geloven en uiteindelijk veel hebben gedaan in het koninkrijk. Maar er zijn ook mensen die pas vlak voor het einde bekeren. Voor al die mensen of ze lang of kort christen zijn geldt slechts een beloning: eeuwig leven. Eenmaal daar zijn er geen mensen die beter of belangrijker zijn dan anderen. Dan maakt het niet uit of je 90 jaar of vijf minuten God hebt gediend op aarde.

Hoe vaak zien we niet dat we ons betrappen op onszelf vergelijken met anderen. Wie geloofd heeft de belofte van God op eeuwig leven. Daar komt niet bij dat we eerst nog een bepaalde hoeveelheid werk voor Hem moeten hebben gedaan. Ook de christenen die al jaren actief zijn in Gods koninkrijk hebben niet recht op meer genade, het is geen eigen verdienste. Er is slechts één beloning, en de prijs daarvan is al lang geleden betaald, door Jezus’ bloed.

Moeten we dan maar wachten tot het laatste moment om ons te bekeren? En tot die tijd maar lekker losbandig te leven? Nee, zeker niet! De beloning is voor ieder hetzelfde. Maar hoe we de tijd hier doorbrengen verschilt enorm.

Hoe kan jij hier al het verschil zien tussen een christen en iemand die Jezus nog niet kent? De een maakt zich geen zorgen, is altijd vriendelijk en blij; omdat die elke dag kracht mag ontvangen. De ander maakt zich zorgen, voelt druk, wordt gefrustreerd; omdat die op eigen kracht probeert te leven. Zo ken ik christenen die een zwaar leven hebben, maar die er niet onder gebukt gaan. Ik bewonder altijd diegenen die in de moeilijke tijden God blijven prijzen. Op dezelfde manier ken ik ook mensen die Jezus nog niet kennen, en bij wie alles voor de wind lijkt te gaan, maar die toch geen rust kunnen vinden. Want het moet altijd meer, beter, duurder, luxer. Dan kun je beter een zwaarder leven hebben en bij God rust en blijdschap vinden, dan een volle bankrekening hebben en een hoofd vol zorgen en drukte.

Terugkomend op het onderwerp; het is waar, er is later slechts één beloning, voor iedereen gelijk. Maar hoe meer we hier op aarde al deel zijn van Gods koninkrijk, hoe meer we hier al mogen voorproeven van wat straks op ons wacht.

Lijden

Maar wat voor lijden wij hier ook doormaken, het valt in het niet bij de schitterende heerlijkheid, die God ons straks zal laten zien.

Romeinen 8:18

In de wereld komt lijden en pijn voor. Dit geldt voor christenen net als voor niet-christenen. De hele schepping valt nu onder de macht van dood en verval. Maar er is hoop! De schepping zal bevrijd worden uit de macht van dood en verval. Maar die tijd is nu nog niet gekomen. We zullen voor nu dus moeten omgaan met het lijden dat op ons pad komt.

Maar staan we hier alleen voor? Zeker niet! In Romeinen 8:26 zegt het als volgt:

De heilige Geest steunt ons als we het moeilijk hebben. Wij weten niet welke bedoeling God heeft met ons lijden. En we weten daarom niet wat we moeten bidden. Maar de heilige Geest zelf bidt voor ons, beter dan een mens het ooit zou kunnen. Zo smeekt hij God om ons te helpen.

In Romeinen 8 staat nog meer wat de heilige Geest voor ons kan doen. Ik kan zeker aanraden om dit eens te lezen.

Terugkomend op het lijden. Wij weten dus niet wat de bedoeling van het lijden is. Het kan zijn dat we met die ervaring anderen later weer kunnen bemoedigen, of dat we hierdoor mensen ontmoeten die anders niet op ons pad waren gekomen. Vaak zien we pas achteraf wat de bedoeling was. Maar ja, daar heb je niet veel aan als je op dat moment in de put zit of moet lijden. Daarom is het de Geest die voor ons bidt, hij kent namelijk wel de bedoelingen en kan dit bij God brengen, zodat het lijden niet erger wordt dan wat nodig is voor het plan wat er achter zit.

Belangrijk is dat we in ons lijden Jezus voor ogen houden. Dit staat als volgt in Romeinen 8:35

Wat kan ons ooit van de liefde van Christus scheiden? Onderdrukking? Nood? Vervolging? Honger? Ontbering? Gevaar? De dood?

Niets wat we op aarde te voortduren krijgen kan ons scheiden van de liefde van Jezus. Zelfs de dood niet. Wij mogen weten dat ook met lijden dat we meemaken dit bruikbaar is voor God. Hij maakt recht wat krom is. En van slechte omstandigheden maakt hij goede omstandigheden.

Eén ding weten wij: voor wie Hem liefhebben laat God alles meewerken voor hun bestwil, want Hij heeft een plan met hen.

Romeinen 8:28

Genade

Er is geen verschil meer tussen de een en de ander: alle mensen hebben gezondigd en moeten het stellen zonder Gods heerlijke aanwezigheid.

Romeinen 3:22b-23

Als we de openingstekst zo lezen lijkt het alsof er geen hoop voor ons is om in Gods nabijheid te kunnen komen. Echter, het vers dat hierop volgt begint met “Maar”:

Maar God is zo goed en vergevend hen weer aan te nemen (zonder dat het hun iets kost en zonder dat zij het hebben verdiend) omdat Jezus Christus hen uit de greep van de zonde heeft bevrijd.

Ieder mens heeft gezondigd, niemand kan uit eigen kracht tot God komen. Geen mens is beter dan de andere. Allemaal hebben we de straf verdiend. Maar zij die geloven in Jezus mogen hierdoor gerechtvaardigd worden, hierdoor kan iedereen die wil weer bij God komen.

Wil dat zeggen dat we dan zomaar onze gang kunnen gaan? Hoe meer we fout doen, hoe groter de vergeving en hoe meer we de goedheid van God laten zien? Nee, zo werkt het even niet. In Romeinen 2 staat namelijk ook dat het niet gaat of iemand wel of niet besneden is (lichamelijk kenmerk) of dat iemand een Jood is of niet (dit is op basis van geboorte immers al bepaald), nee het gaat er juist om, om wat we doen en geloven. Alleen wie vertrouwt op God en in Jezus geloofd kan bij Hem komen.

Vertrouwen wij God als wij de andere kant op gaan als die Hij ons wijst? Vertrouwde Jona op God door de verkeerde kant op te gaan? Wie op God vertrouwd mag stoutmoedig zijn en doen wat God vraagt. De wereld leert ons om op de achtergrond te blijven (doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg), maar God vraagt ons soms ook juist om naar voren te stappen, om niet toe te kijken maar in te grijpen. Dit ingrijpen zal niet altijd zonder gevaar zijn. Wie zou er opkomen voor iemand die door een groep belaagd wordt? Dat vraagt moed, en kan betekenen dat je zelf waarschijnlijk ook er van langs zal krijgen. Voor wie meer wil weten over vertrouwen raad ik aan om eens Daniel te lezen. Hij en zijn vrienden vertrouwden zoveel op God dat ze in een brandende oven werden gegooid, en Daniel zelf in een kuil met leeuwen werd gestopt. Maar toch kwamen ze allemaal er zonder kleerscheuren uit.

Zo mogen ook wij op God vertrouwen en Jezus als Redder aannemen. Niets anders dan dat kan ons redden.

De goede huiseigenaar

Een herdersknecht laat de schapen in de steek zodra hij een wolf ziet aankomen. Want hij is de herder niet. De schapen zijn niet van hem. De wolf pakt er één en jaagt de andere uiteen.

Johannes 10:12

In Johannes 1-:11-16 legt Jezus uit hoe hij voor zijn volgelingen wil zorgen. Hiervoor gebruikt hij een gelijkenis waarbij Hij dan de goede herder is en de volgelingen de schapen.

Tegenwoordig zou je dit kunnen vergelijken met iemand die een huis huurt, of iemand die een huis heeft gekocht. Een huurder zal zich doorgaans niet zo druk maken over de lange termijn van het huis. Als er een kleine schade ontstaat waar de huurder niet direct last van heeft, zal hij dit ook niet snel aan gaan (laten) pakken. Een huiseigenaar daarentegen zal meer geneigd zijn om ook kleine zaken direct aan te pakken, en hij zal ook de lange termijn op het oog houden. Bijvoorbeeld door met een verbouwing de waarde van het huis te verhogen.

Op zo een manier is Jezus de eigenaar van ons leven. Hij heeft de lange termijn met ons voor ogen, en als we kleine gebreken hebben, zal Hij niet wachten met onderhoud. Zoals de eigenaar het huis in top conditie wil houden en de waarde wil verhogen als dit kan; zo wil ook Jezus ons in topvorm houden en ook ons laten groeien zodat we van grotere waarde worden voor Zijn koninkrijk. De eigenaar kent zijn huis door en door, hij weet precies waar de zwakke en sterke punten zitten. Zo kent ook Jezus ons door en door. Hij weet precies waar we wel goed in zijn en waar we minder goed in zijn.

Jezus kent ons dus door en door, Hij wil ons helpen om te groeien en denk juist aan de lange termijn (de eeuwigheid). We mogen daarom dus de sleutel van ons leven aan Hem afgeven, en erop vertrouwen dat Hij weet wat we nodig hebben en daarin ook zal voorzien.

Hij die dit goede werk door u begonnen is, zal het ook tot een goed einde brengen op de dag van Christus Jezus.

Filippenzen 1:6 (deels)

He who began a good work in you – Steve Green (With Lyrics) Philippians 1:6

Offers

Toen kwam er een arme weduwe die er twee koperen muntjes in liet vallen, ter waarde van een paar cent.

Marcus 12:42

In Marcus 12:41-44 kunnen we lezen hoe rijken veel geld als offer brengen in de geldkist in de tempel terwijl een arme weduwe er maar een paar muntjes van weinig waarde in laat vallen. Hieruit leert Jezus ons een belangrijke les. Het offer van de vrouw was groter dan dat van de rijken. Want waar de rijken uit overvloed gaven, gaf zij alles wat ze had.

Als God ons heeft voorzien van mogelijkheid om te werken mogen we de opbrengsten daarvan gebruiken om ons te voeden, maar ook om uit te delen. Ook als God ons elke dag maar net geeft wat we nodig hebben dan mogen we dat dankbaar aannemen. En als iemand die maar net voldoende krijgt, hier ook nog van uitdeelt, dan is dit een groter offer dan dat van alle anderen die uit overvloed delen.

Zo zal het makkelijker zijn om te delen van wat je op je spaarrekening hebt staan, dan wanneer je moet kiezen tussen het halve brood wat je hebt opeten, of hiervan nog uitdelen. Hiermee wil ik niet zeggen dat we allemaal maar sober moeten leven en alles moeten weggeven; we mogen immers de zegeningen die we hebben ontvangen ook aannemen. Maar ik wil vooral aangeven, dat als je overvloed hebt, je hier ook wat mee moet doen! Hou het niet allemaal voor jezelf. Je kan beter uit je overvloed delen of minder uitbundig gaan leven. Rijkdommen die je hier op aarde verzamelt, kan je niet meenemen wanneer je het aardse achter je laat.

Die weduwe had dat goed begrepen. Zij bouwde haar schatten in de hemel op, waar deze niet vergaan en niet geroofd kunnen worden. Maar wat moest ze dan eten, of waarmee moest ze zich kleden? Daarop vertrouwde ze op de Heer. Zoals God voor de vogels en planten zorgt zo zorgt Hij nog meer voor ons. Wij hoeven ons dus niet zorgen te maken over wat er morgen op ons bord ligt, of wat we aan moeten trekken. Zoals die weduwe volledig vertrouwen had op de Heer, zo mogen ook wij dit doen, door heel ons leven in Zijn handen te leggen.

Zolang er een christenen zijn die met overvloed gezegend worden, zouden er geen andere christenen moeten zijn die honger of dorst hebben. Want wat we voor de minste van onze broeders of zusters doen, dat hebben we voor Jezus zelf gedaan.

Doe geen goed voor aandacht

Denk erom dat u Gods wil niet doet om op te vallen bij de mensen. Want dan zal uw Vader in de hemel u er niet voor belonen.

Matteüs 6:1

In Matteüs 6 staan een aantal zaken genoemd. Het begint met een waarschuwing; dat je niet goed moet doen om op te vallen. Je mag goed doen, maar dan niet voor eigen roem, maar enkel tot eer van God. God die in het verborgene ziet zal je er dan voor belonen. Doe je echter alleen maar goed voor je eigen roem, dan heb je je beloning al ontvangen.

Zo gaat het om een aantal zaken waarover dit van toepassing is. Bijvoorbeeld als je geld geeft, laat dit dan aan niemand weten. Dan kan God dit belonen, hier op aarde, of anders in het hiernamaals. Ook als je bid, doe dit dan niet op de hoek van de straat of midden op een plein, maar doe dit op een plek waar je alleen bent. Dat wil overigens niet zeggen dat je niet mag bidden in het openbaar. In dit hoofdstuk staat heel duidelijk aangegeven dat de motivatie niet moet zijn om zelf op te vallen. Zolang je dus een gebed uitspreekt tot Gods eer (en niet eigen eer), mag dit bijvoorbeeld ook op een hoek van een straat zijn. Je kan door een gebed mensen bemoedigen, dan werkt dat beter wanneer je samen met die ander bid. Ook hiermee kan je dan de eer aan God brengen, je krijgt de woorden immers van de Heilige Geest. Als je niet goed weet wat je moet bidden, dan kan je altijd terug vallen op het gebed dat Jezus ons zelf heeft geleerd in Matteüs 6:9-13.

Over vasten zegt Jezus hetzelfde, doe dit enkel tot Gods eer en niet om aandacht van mensen te krijgen. Zorg dat niemand merkt dat je vast. Dan zal God je belonen. Overigens kan vasten in vele vormen, maar dat is te veel om hier kort te kunnen noemen.

Jezus waarschuwt ook om niet voor geld te leven. Zoals het hier staat: “Je kunt niet trouw zijn aan twee bazen tegelijk”. Je zal altijd het een boven het ander kiezen. Vraag daarom eens aan jezelf. Zou ik voor 1 miljoen euro mijn God in de steek laten? Zou ik voor een ander bedrag God in de steek laten? Er wordt wel eens gezegd dat iedereen een prijs heeft, zo zou dit voor christenen niet moeten zijn. Hoeveel is een plek in de hemel waard? Kunnen we die kopen met miljoenen euro’s? Nee, alles wat we hier op aarde verdienen blijft hier op aarde achter. Behalve.. alles wat we in het verborgene voor anderen hebben gedaan. Daarvoor zullen we dan in de hemel beloning mogen ontvangen.

Behalve geld zijn er ook mensen die het leven zelf boven God stellen. Bedenk maar eens: als ik moest kiezen tussen nu sterven of zonder God verder leven, wat zou je dan kiezen? Vanaf vers 25 staat een stuk dat we ons geen zorgen moeten maken; niet over eten, over drinken over kleding. Zelfs niet over ons leven. We moeten zo leven dat we elk moment klaar zijn om de Heer te ontmoeten (hetzij op aarde bij Zijn wederkomst, of in de hemel in geval van onverwachts overlijden). Zoals we kunnen lezen hoeven we ons geen zorgen te maken over ons voortbestaan. Dit heeft God immers in de hand. Wanneer onze tijd dan komt mogen we met blijdschap bij hem komen. Voor elk van ons betekent dit dat of we het nu op aarde goed of slecht hebben, het in de hemel altijd beter zal zijn. Daarom hoeven we ook niet bedroefd te zijn als we naar onze Vader mogen gaan. We hoeven ook niet bedroefd te zijn wanneer onze geliefden naar de Vader gaan. Zij zijn dan immers op een betere, mooiere plek dan wij ons hier kunnen voorstellen.

Maak u geen zorgen voor de dag van morgen. Ook morgen zal God u weer geven wat u nodig hebt. Leef dus gewoon bij de dag.

Matteüs 6:34

Vader (moeder) liefde

Maar de vader liet hem niet eens uitspreken en zei tegen de knechten: ‘Vlug! Haal de mooiste kleren die we in huis hebben en geef hem die om aan te trekken. Geef hem een ring voor zijn vinger en een paar schoenen. Slacht het kalf dat we hebben vetgemest. Wij gaan feestvieren. Want mijn jongste zoon was dood en is weer levend geworden. Ik was hem kwijt en heb hem weer terug.’

Marcus 15:22-24

Valentijnsdag is gericht op gelijkwaardige liefde tussen twee personen. Mensen die in romantische zin verbonden zijn. Over verliefdheid, en om elkaar geven. Maar naast die vorm van liefde zijn er ook nog andere vormen van liefde. Zoals liefde voor een broer of zus of voor een goede vriend of vriendin. Dat heeft dan niet direct met romantiek te maken, maar je kan toch veel om die ander geven.

Een sterkere vorm hiervan is de liefde van ouders naar hun kinderen. Je wilt niet dat je kind iets overkomt. Er zijn genoeg ouders die hun leven zouden geven om dat van hun kinderen te redden. Ik wil hier wel ook gelijk bij zeggen dat mensen niet volmaakt zijn en dat dit niet in alle gevallen ook zo zal zijn. Maar doorgaans is dit wel het geval.

Het doet voor ouders ontzettend pijn wanneer een kind wegloopt, de ouders de rug toe keert. Als een kind dan na lange tijd terug komt zullen de ouders opspringen van blijdschap. Zoals in de intro te lezen is, wordt het teruggekeerde kind met open armen ontvangen en wordt er een groot feest gevierd.

Wij waren allemaal een verloren zoon of dochter. Immers hebben we allen gezondigd (verkeerde dingen gedaan, gezegd of gedacht). Hiermee zijn we allemaal weggelopen bij God. Dit was niet wat God wilde. Hij wilde dat de mensen dicht bij Hem zouden leven. Hij wilde dit zelfs zo graag, dat Hij zijn enige zoon ervoor opgeofferd heeft, zodat wij allemaal weer als kinderen naar God mogen gaan.

Het offer van Jezus herdenken we elk jaar weer met Goede Vrijdag, waarna we zijn opstanding dan weer vieren met Pasen. Hoe mooi is het dat de lijdenstijd begint op Valentijnsdag. De ultieme daad van liefde waar we vanaf Valentijn al naar uit mogen kijken.

Wanneer je denkt dat je niks waard bent of dat je maar een onbelangrijk persoon bent, besef je dan dat je voor God de moeite was om zijn Zoon te offeren, en dat je de moeite was voor Jezus om het offer te brengen. Zo veel houd God van je, zo veel houd ook Jezus van je. Zodat je niet verloren gaat, maar uiteindelijk eeuwig bij Hem mag wonen.

Want God had de wereld (ook jou!) zo lief dat Hij zijn enige Zoon gegeven heeft, opdat iedereen die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.

Johannes 3:16

Een lichaam

Wanneer één lichaamsdeel pijn lijdt, lijden alle andere mee; wanneer één lichaamsdeel met respect behandeld wordt, delen alle andere in die vreugde.

1 Korintiërs 12:26

In 1 Korintiërs 12:12-26 kunnen we lezen dat alle christenen samen één lichaam vormen, het lichaam van Christus. In een lichaam zijn alle delen nodig, hierbij is een voet niet belangrijker of minder belangrijk dan een oog of een hand. Een verzameling van alleen voeten kunnen we immers toch geen lichaam noemen, evenmin is het een compleet lichaam als bijvoorbeeld de voeten missen.

Belangrijk is om hier te realiseren dat elk onderdeel andere mogelijkheden en functies heeft, een oog kan niet ruiken, maar wel weer zien. Een voet kan niet horen, maar kan wel zorgen dat het lichaam zich kan verplaatsen. Zo is het ook met elke christen, allemaal kunnen we andere dingen die allemaal even onmisbaar zijn voor het lichaam.

Er zijn onderdelen die je niet aan de buitenkant ziet, maar die binnenin onmisbaar werk doen (bijvoorbeeld, het hart, maag, nieren, longen, darmen etc.) dit zijn dan bijvoorbeeld christenen die veel op de achtergrond werken. Het kan dan gaan over in alle stilte vanuit huis voor anderen bidden, activiteiten voorbereiden, anderen stilletjes helpen of de kerk schoonhouden. Daarnaast zijn er ook meer zichtbare delen van het lichaam (zoals armen, benen, ogen, oren etc.). Dit zijn dan de christenen die meer in het zicht staan. Dit kan bijvoorbeeld een muzikant in de kerk zijn, een voorganger, maar zeker ook iemand die aan groepen leiding mag geven (een zanggroep, gespreksgroep, werkgroep of welke andere soort groep dan ook).

Stel we halen een hand weg bij het lichaam. Dat zou dan zijn als een kerk waar geen voorganger is, en waar er ten tijde van de preek een lange stilte valt. Of wanneer de nieren missen, dat zou dan zijn alsof de mensen die de kerk schoonhouden er niet zouden zijn. Dan zou het huis van God in de kortste keren verstoffen. Hier kunnen we zien dat we allemaal nodig zijn, geen rol is onbelangrijk. Zelfs iemand die niet kan bewegen en niet kan spreken kan nog in stilte tot God bidden en kan ook daarmee zijn steentje bijdragen.

Net zoals een lichaam bloed nodig heeft om zuurstof naar alle lichaamsdelen te vervoeren, zo hebben christenen de Heilige Geest nodig die door hen werkt en waardoor de kracht wordt gegeven om de taak uit te voeren die ze hebben gekregen. We mogen weten dat we niet alleen een taak hebben gekregen, maar dat we daarbij ook alles mogen ontvangen wat we daarbij nodig gaan hebben. We zullen dus nooit voor onmogelijke opdrachten komen te staan. Hoe groot een obstakel ook zal lijken, God is altijd groter.

Ik wil graag afsluiten met een citaat die ik afgelopen week van een goede vriendin heb ontvangen:

Zeg niet tegen God hoe groot je problemen zijn, maar zeg tegen je problemen hoe groot je God is.

Tegenslag

Ik kijk naar de bergen. Vanwaar zal er hulp voor mij komen?

Psalm 121:1

Soms gaan we door een dal heen in het leven. Dan lijkt alles tegen te zitten, of hebben we een situatie die onmogelijk opgelost kan worden. In een dal is geen uitzicht, bergen aan alle kanten; het is er donker en koud. Er wordt wel eens gezegd dat als je het diepste punt van het dal bereikt hebt, dat het dan nog alleen maal bergop kan gaan. En hoewel dat op zich wel waar is, wordt vaak vergeten, dat bergaf lopen zo makkelijk ging, en dat het bergop lopen meer moeite kost.

In het dal heb je geen overzicht, je kan niet alle opties zien. Gelukkig is er altijd iemand die wel het overzicht heeft en die je door het dal heen wil helpen. In het dal besef je dat niet en lijkt elke stap alleen maar moeilijker te zijn. Juist dan is het belangrijk om te blijven vertrouwen op de weg die je gewezen wordt. Als je zelf een kant op wilt en je ziet dat die geblokkeerd wordt, dan wil dat zeggen dat er een ander pad is dat beter geschikt is. Dit zien we echter pas achteraf. Wanneer je dan uiteindelijk uit het dal bent en terug kijkt, zal je zien dat van alle kanten die het op had gekund je de juiste kant op geleid bent.

Op de bergtop heb je uitzicht en kan je zien waar andere toppen liggen. Je kan dan bewust kiezen op welke top je je wilt richten. Besef echter wel, dat de weg naar elke volgende top weer door een dal gaat. Een dal hoeft niet per se als vervelend te worden ervaren. Als je leert op God te vertrouwen bij elk dal, dan kan je zonder angst door het dal. Dat wil niet zeggen dat de stappen bergop makkelijk zullen worden of dat het dal opeens minder diep is. Het geeft vooral de zekerheid dat als je je door God laat leiden Hij je via de beste weg leid naar de volgende bergtop. Zo kan je er bij de volgende bergtop achter komen dat het een andere berg is geworden dan je in gedachten had. Achteraf zal je dan zien dat de bergtop waar je bent uitgekomen beter was dan de bergtop die je wellicht zelf in gedachten had.

Uit persoonlijke ervaring kan ik spreken dat ik meermaals heb meegemaakt dat ik een pad had uitgestippeld en dat ik toch ergens anders terecht ben gekomen. En elke keer dat dat gebeurd is, was het resultaat beter dan ik had durven verwachten.

God leidt; aan ons is het de keuze of wij volgen. Wij kunnen kiezen om rondjes te blijven lopen in een dal, of om stug een bepaalde kant op te blijven sturen. Pas als we Gods weg volgen zullen we soepel door de dalen heen lopen. Zoals Jona probeerde zijn eigen weg te gaan (tegen Gods plan in), zo kunnen ook wij dit proberen. Maar evengoed als dat Jona via een omweg toch uitkwam waar hij moest zijn, zo zullen ook wij bijgestuurd worden om toch op die plek te komen die God voor ons voor ogen heeft. En net zoals Jona zelf tot inkeer moest komen in de walvis, zo zullen ook wij elke keer bewust de leiding van God moeten accepteren om uit het dal te komen. Als wij zo Zijn weg volgen kunnen we vol vertrouwen door elk dal heen komen op weg naar elke volgende bergtop.

Al ga ik door een diepdonker dal, ik hoef geen gevaar te duchten, want u, Heer, bent bij me, uw staf en uw stok beschermen mij.

Psalm 23:4