Vrede vinden

Maak u nergens zorgen over, maar bid voor alles. Vertel God al uw problemen en verlangens en vergeet vooral niet Hem te danken voor alles wat Hij doet.

Filipenzen 4:6

Maak je je wel eens zorgen? Is dat nodig? In verschillende plekken staat in de Bijbel dat we ons geen zorgen hoeven maken, waaronder in het bovenstaande vers. Toch is er iets bij ons mensen waardoor we ons zorgen blijven maken. We groeien op met eigen verantwoordelijkheid; oorzaak en gevolg. Dan is het moeilijk om juist los te laten en om de leiding over te geven.

Maakt een gewone werknemer zicht druk over de koers van het bedrijf waar hij werkt? Doet een werknemer niet ook wat de baas vraagt zonder te hoeven weten waarom? Er zijn natuurlijk uitzonderingen, maar in de meeste gevallen houd een gewone werknemer zich niet bezig met het grotere plaatje (dat is dan aan het management). Zo zouden ook wij moeten leven, vertrouwende op God die ons de juiste kant op zal sturen. En als Hij ons vraagt iets te doen, mogen we er op vertrouwen dat het zijn doel zal hebben, al zien we dat zelf misschien niet. De vergelijking gaat misschien niet helemaal op, want bedrijven zijn vaak genoeg naar de ondergang geholpen door verkeerde keuzes van het bestuur. Maar het verschil is dat God zonder gebreken is, Hij maakt geen vergissingen die het bedrijf ten gronde kunnen richten. Aan wie kunnen we ons leven dus beter toevertrouwen dan aan Hem? Als we zelfs kunnen doen wat onze baas ons vraagt, dan kunnen we toch zeker ook wel doen wat God van ons vraagt? Wat vraagt God dan van ons? Dat verschilt, Hij kan aan de ene persoon vragen om iets te zeggen en een ander om iets te doen. Naast specifieke vragen die we krijgen geldt er ook een algemeen deel, zie dat als algemene arbeidsvoorwaarden in een contract, die gelden ook buiten afzonderlijke vragen van de baas. Een voorbeeld van een algemene deel van Gods leiding is doen wat in het vers bovenaan dit bericht staat. Waarbij het wellicht het lastigste zal zijn om de zorgen los te laten en volledig te vertrouwen op God.

Als we dus geen zorgen moeten maken, wat moeten we dan? Daar staat een mooi stuk over in de 2 verzen voor het eerder genoemde vers; Filipenzen 4:4-5:

Jullie moeten blij zijn, omdat jullie bij de Heer horen. Ik zeg het nog eens: Wees altijd blij. Laat iedereen merken dat jullie vriendelijk zijn. En bedenk: de Heer is dicht bij ons.

We mogen dus blij zijn en om onze vriendelijkheid bekend staan. Mogen we dan nooit verdrietig zijn? Natuurlijk wel! Maar we moeten er niet in blijven hangen. We hoeven geen bedroefd leven te leiden. Maar mogen elke dag blijdschap ontvangen. Ook de vriendelijkheid moeten we niet vergeten. Dit kan ook weer samen gaan met blijdschap. Voelt het niet ontzettend goed (wordt je er niet blij van) wanneer je iets voor een ander hebt kunnen doen? Elke daad uit die uit vriendelijkheid (niet uit eigenbelang dus) wordt gedaan wordt omgezet in blijdschap. Mocht je dus de blijdschap niet zo ervaren in je leven, werk dan aan de vriendelijkheid, dan krijg je er blijdschap gratis bij.

Samenvattend: we hebben dus vriendelijkheid die leidt tot blijdschap; we weten dat we ons geen zorgen hoeven maken, want de Heer zorgt voor ons; we mogen alles aan Hem vertellen en Hem danken voor alles wat Hij doet. Maar de titel van dit bericht is Vrede vinden, hoe zit het dan daarmee?

Dit komt terug in vers 7 van Filipenzen 4. Nadat je al het bovenstaande hebt ervaren:

Dan zal God zijn vrede aan jullie geven. Dat is een vrede die geen mens ooit gekend heeft. Die vrede zal jullie gevoel en jullie gedachten beschermen tegen al het kwaad. Want jullie horen bij Jezus Christus.

Verhoring van gebed

Vraag en u zult krijgen, zoek en u zult vinden, klop en er zal worden opengedaan.

Matteüs 7:7

Als we vragen, zullen we krijgen staat hier. Maar hoe kan het dan dat we soms niet lijken te krijgen wat we hebben gevraagd?

Voor God is het mogelijk om ons in één klap te geven wat we vragen. Zo vroeg Simson nog één keer om zijn kracht en hij ontving die direct (Rechters 16:28). Hoe zit het dan met de dingen die wij vragen? Waarom lijken wij die dan niet te krijgen.

Ik zal een voorbeeld geven van wat ik zelf het meegemaakt. Ik vroeg de Heer om meer geduld. En wat kreeg ik? Ik kreeg: files, mensen die langzaam voor mij reden (onder de maximum snelheid), inhalende vrachtwagens op een tweebaanssnelweg waar ik 130 zou mogen (als het had gekund), trein net missen, tram voor mijn neus zien wegrijden enz. In het begin was ik nog wel eens aan het ergeren wanneer zo iets gebeurde, maar op een gegeven moment ging ik het inzien: dit waren allemaal situaties om geduld te beoefenen. God gaf mij niet in één klap waar ik om vroeg, maar hij gaf mij situaties om aan geduld te werken. Ook nu nog heb ik deze situaties, maar in plaats van boos te worden zeg ik dan tegen mezelf: “Geduld, Andreas, geduld“, en kom ik tot rust. Zo heb ik boosheid kunnen vervangen door rust, en als bonus werkt het ook aan het groeien van mijn geduld, win-win!

Zo kan God moeilijkheden geven, aan wie om kracht vraagt, om op die manier kracht op te bouwen. En lastige problemen aan hen, die om wijsheid hebben gevraagd. Kansen voor wie om succes vragen. Een vreemde die een gesprek aanknoopt voor wie om een oplossing voor eenzaamheid vraagt.

We zouden allemaal wel in één klap rijk willen worden door een loterij te winnen, echter is de praktijk dat dit voor de meeste van ons nooit gaat gebeuren. Daarom kunnen we beter werken (als dat mogelijk is) voor ons geld, dan te blijven hopen op het winnende lot. Dit is te vergelijken met verhoring van gebed, soms verhoord God direct in wonderbaarlijke wijze, maar meestal krijgen we de middelen die we nodig hebben om dat te bereiken waar we om vragen.

Als we terug kijken naar de tekst uit Matteüs dan staat daar niet: “Vraag en u zult misschien krijgen” of “Vraag en u zult waarschijnlijk krijgen”. Nee, er staat: “u zult krijgen”. Een zekerheid dat wie vraagt, zal ontvangen, misschien niet altijd direct of op wonderlijke wijze; maar ontvangen, dat zeker!

Ja, ieder die vraagt, zal krijgen, en wie zoekt, zal vinden, en voor wie aanklopt, zal worden opengedaan.

Matteüs 7:8

Is mijn geloof groot genoeg?

Wat is een groot geloof? Is er wel zoiets als een groot of klein geloof? Ik zou geloof willen vergelijken met zwangerschap. Voor elke vrouw kan op elk moment worden gesteld dat ze wel of niet zwanger is, er is geen half zwanger of beetje zwanger. De ene zwangere vrouw is niet meer of minder zwanger dan de andere. Zo zit het ook met geloof, je kan niet een te klein geloof hebben voor bijvoorbeeld genezing of andere gebedsverhoring. Je gelooft of je gelooft niet. Zoals het ook in de Bijbel staat: wie niet voor Mij is, is tegen Mij.

Hoe komt het dan dat niet altijd gebed wordt verhoord? Hoe komt het dat soms wel genezing wordt gegeven en soms niet. Er zijn mensen die dan beweren dat het geloof te klein is of dat nog niet hard genoeg wordt gebeden. Dat zijn echter onzin-argumenten. Zoals in begin is uitgelegd, is er geen te klein geloof. En wat hard bidden betreft, een gebed kan al voldoende zijn. Echter is er nog een andere factor die zwaarder weegt dan welke andere factor ook.

Wat is die factor dan? Laten we even terug gaan naar de tijd dat Jezus zelf tot de Vader bad. Als Zoon van God kan immers niemand twijfelen aan zijn geloof of dat zijn gebed niet voldoende zou zijn. Maar toch is ook van Jezus een gebed niet verhoord. Zelfs na hetzelfde herhaaldelijk te bidden. In Getsemane bad Jezus tot drie keer toe of de beker aan hem voorbij mocht gaan. Maar daarnaast zei Jezus nog iets: Dat niet mijn wil, maar Uw wil geschiedde. En dat is de belangrijkste factor in gebed.

Wij kunnen elke dag bidden om de lotto te winnen of om genezing, en verhoring hiervan is mogelijk, maar enkel als het ook Gods wil is. Of zoals ik het liever verwoord, als het past in Zijn plan. In sommige gevallen past het in Gods plan om een wonderbaarlijke genezing te laten zien om Zijn macht te demonstreren. Soms past het in Gods plan om te laten zien hoe mensen kracht kunnen ontvangen om door moeilijke situaties heen te gaan. Dat wil dus zeggen dat er wel lijden en pijn kan zijn, maar dat de moed niet verloren wordt. Immers zal God ons nooit meer te voortduren geven dat we aankunnen. En mocht onze tijd gekomen zijn, dan mogen we weten dat onze taak op aarde er op zit en dat we mogen aanschuiven in het grote hemelse feest. Maar zolang we hier nog op aarde zijn, zolang we nog adem in onze longen hebben en ons hart nog klopt, zolang is ons werk hier nog niet klaar. Daarom zullen we elke dag de kracht ontvangen die we nodig hebben om met alle omstandigheden, die op ons pad komen, om te gaan.

Doe geen goed voor aandacht

Denk erom dat u Gods wil niet doet om op te vallen bij de mensen. Want dan zal uw Vader in de hemel u er niet voor belonen.

Matteüs 6:1

In Matteüs 6 staan een aantal zaken genoemd. Het begint met een waarschuwing; dat je niet goed moet doen om op te vallen. Je mag goed doen, maar dan niet voor eigen roem, maar enkel tot eer van God. God die in het verborgene ziet zal je er dan voor belonen. Doe je echter alleen maar goed voor je eigen roem, dan heb je je beloning al ontvangen.

Zo gaat het om een aantal zaken waarover dit van toepassing is. Bijvoorbeeld als je geld geeft, laat dit dan aan niemand weten. Dan kan God dit belonen, hier op aarde, of anders in het hiernamaals. Ook als je bid, doe dit dan niet op de hoek van de straat of midden op een plein, maar doe dit op een plek waar je alleen bent. Dat wil overigens niet zeggen dat je niet mag bidden in het openbaar. In dit hoofdstuk staat heel duidelijk aangegeven dat de motivatie niet moet zijn om zelf op te vallen. Zolang je dus een gebed uitspreekt tot Gods eer (en niet eigen eer), mag dit bijvoorbeeld ook op een hoek van een straat zijn. Je kan door een gebed mensen bemoedigen, dan werkt dat beter wanneer je samen met die ander bid. Ook hiermee kan je dan de eer aan God brengen, je krijgt de woorden immers van de Heilige Geest. Als je niet goed weet wat je moet bidden, dan kan je altijd terug vallen op het gebed dat Jezus ons zelf heeft geleerd in Matteüs 6:9-13.

Over vasten zegt Jezus hetzelfde, doe dit enkel tot Gods eer en niet om aandacht van mensen te krijgen. Zorg dat niemand merkt dat je vast. Dan zal God je belonen. Overigens kan vasten in vele vormen, maar dat is te veel om hier kort te kunnen noemen.

Jezus waarschuwt ook om niet voor geld te leven. Zoals het hier staat: “Je kunt niet trouw zijn aan twee bazen tegelijk”. Je zal altijd het een boven het ander kiezen. Vraag daarom eens aan jezelf. Zou ik voor 1 miljoen euro mijn God in de steek laten? Zou ik voor een ander bedrag God in de steek laten? Er wordt wel eens gezegd dat iedereen een prijs heeft, zo zou dit voor christenen niet moeten zijn. Hoeveel is een plek in de hemel waard? Kunnen we die kopen met miljoenen euro’s? Nee, alles wat we hier op aarde verdienen blijft hier op aarde achter. Behalve.. alles wat we in het verborgene voor anderen hebben gedaan. Daarvoor zullen we dan in de hemel beloning mogen ontvangen.

Behalve geld zijn er ook mensen die het leven zelf boven God stellen. Bedenk maar eens: als ik moest kiezen tussen nu sterven of zonder God verder leven, wat zou je dan kiezen? Vanaf vers 25 staat een stuk dat we ons geen zorgen moeten maken; niet over eten, over drinken over kleding. Zelfs niet over ons leven. We moeten zo leven dat we elk moment klaar zijn om de Heer te ontmoeten (hetzij op aarde bij Zijn wederkomst, of in de hemel in geval van onverwachts overlijden). Zoals we kunnen lezen hoeven we ons geen zorgen te maken over ons voortbestaan. Dit heeft God immers in de hand. Wanneer onze tijd dan komt mogen we met blijdschap bij hem komen. Voor elk van ons betekent dit dat of we het nu op aarde goed of slecht hebben, het in de hemel altijd beter zal zijn. Daarom hoeven we ook niet bedroefd te zijn als we naar onze Vader mogen gaan. We hoeven ook niet bedroefd te zijn wanneer onze geliefden naar de Vader gaan. Zij zijn dan immers op een betere, mooiere plek dan wij ons hier kunnen voorstellen.

Maak u geen zorgen voor de dag van morgen. Ook morgen zal God u weer geven wat u nodig hebt. Leef dus gewoon bij de dag.

Matteüs 6:34

Gebed

Heer,
[Vertel hier wat je hebt meegemaakt, waarvoor je dankbaar bent en wat je verder kwijt wilt.]
Amen.

Er is geen juiste of goede manier om te bidden. Net zoals er geen juiste of goede manier is om een gesprek te voeren. Want in feite is een gebed niets meer dan een gesprek. En zoals je met je ouders praat zo mag je met God praten, en zoals je met een vriend praat mag je met Jezus praten. Je hoeft niet per se met een aanhef te beginnen en te eindigen met “amen”. Je kan gewoon vertellen wat je kwijt wilt. Het kan op allerlei manieren op allerlei plaatsen. Het kan op de fiets, in de auto, op school, op werk, bij het hardlopen, in de sportschool enz.

Je hoeft geen moeilijke woorden of mooie volzinnen te gebruiken, sterker nog, dit wordt juist afgeraden (Matteüs 6:7). Als je niet goed weet wat je moet zeggen kan je beginnen met het onze vader bidden, zoals Jezus ons dat heeft geleerd in Matteüs 6:9-13. Maar een gebed kan ook al heel wat eenvoudiger zijn. Het volgende is al een gebed: “Heer, blijft vandaag dicht bij mij”.

Heb je zorgen of verdriet dan kan je dit delen met God zoals je dit ook zou kunnen delen met een vriend of je familie. Evenzeer kan je ook je blijdschap delen.

Wanneer iemand iets voor je doet is het toch normaal als die ander ervoor bedankt? Zo kan je ook elke dag de Heer danken voor wat Hij voor jou heeft gedaan, doet en nog gaat doen. Een ander kort gebed wat ik regelmatig gebruik is het volgende: “Dank u Heer, dat terwijl de hele wijk vol staat met auto’s u nog 1 plek voor mij heeft vrijgehouden”. Dit lijkt misschien eerst wat vreemd maar ook voor de kleine dingen mogen we dankbaar zijn. Dankbaar dat we mochten opstaan, dankbaar voor gezondheid, dankbaar voor uitdagingen in ons leven, dankbaar voor kansen die we krijgen.

Er zijn ook groepssituaties met gebed, bijvoorbeeld een kringgebed waar een ieder vrij hardop mag bidden. Voel je hierbij niet gedwongen om je gebed hardop te zeggen. We kunnen prima stil bidden en God zal het horen. Als je woorden in je hart krijgt om te delen, dan zal je ook de moed krijgen om te spreken. Het enige wat je dan hoeft te doen is je mond openen en de geest het woord laten voeren. Zoals eerder gezegd hoeven het geen mooie volzinnen te zijn. Het hoeft ook niet een bepaalde opbouw te hebben. Maak je ook niet druk dat je iets zal vergeten te bidden. Net als met een gesprek kan je altijd weer een nieuw gesprek beginnen om aan te vullen wat je eerder hebt gezegd.

Het gebed is niets meer dan een gesprek. Het lijkt lastig maar het is net zo eenvoudig als om tegen iemand anders te praten, misschien zelfs eenvoudiger. Maar hoe zit het nu als je niet zo goed bent in gesprekken in het algemeen? Wat kan je dan doen als je toch wilt bidden? Richt je op God, dan zal Zijn geest je woorden geven. Blijven woorden uit, blijf je dan alsnog richten op God. Ook al zijn er geen woorden, zelfs je gedachten en zorgen ziet Hij en Hij zal je laten voelen dat Hij voor je wil zorgen. Je hoeft niet beschaamd te zijn als je bidden lastig vind. Net zoals dat er mensen zijn die makkelijker met anderen praten zo zijn er ook mensen die het makkelijker vinden om te bidden. We zijn allemaal anders en zijn daardoor niet minder dan anderen. Iedereen heeft gaven en talenten ontvangen, sommige die van mooie woorden, anderen weer op andere vlakken.

Een goed gebed is niet afhankelijk van waar of hoe het wordt uitgesproken (of zelfs alleen in stilte), maar enkel, dat het gebed uit je hart komt!

Wie tot Mij komt, zal ik geenszins uitwerpen.

Johannes 6:37b