Slechts één beloning

Hij antwoordde: ‘Vriend, ik heb u toch niet tekort gedaan! Hadden we niet afgesproken dat u voor een dagloon bij mij zou komen werken?’

Matteüs 20:9

In Matteüs 20:1-16 staat het verhaal van eigenaar van een wijngaard die mensen inhuurt om te werken bij hem. Met de eerste mensen die in de ochtend beginnen maakt hij de afspraak dat ze een dagloon ontvangen voor het werk. Later huurt hij nog meer mensen in en beloofd hen een eerlijk/redelijk loon. Zo gaat dat een aantal keer op de dag. Zelfs vlak voor het einde van de dag huurt hij nieuwe mensen in en beloofd eerlijk loon. Aan het einde van de dag wordt er dan uitbetaald. De eigenaar begint met de mensen die het laatst kwamen en geeft ieder een volledig dagloon. Toen hij bij de laatste groep kwam (die vanaf vroeg in de ochtend al aan het werk waren), hadden die mensen meer verwacht aangezien zij langer hadden gewerkt. Echter kregen zij ook een dagloon uitbetaald. Hierop zeiden ze dat het oneerlijk was, dat zij net zoveel kregen als de anderen die maar heel kort hadden meegewerkt. Hierop kwam het antwoord van de eigenaar, zoals boven in dit bericht staat vermeld. Eerlijk is eerlijk, een dagloon was afgesproken. En de eigenaar mag verder tegen de andere werkers vrijgevig zijn als hij dat wil.

Ik zou de wijngaard willen vergelijken met het koninkrijk van God. Er zijn mensen die al hun hele leven geloven en uiteindelijk veel hebben gedaan in het koninkrijk. Maar er zijn ook mensen die pas vlak voor het einde bekeren. Voor al die mensen of ze lang of kort christen zijn geldt slechts een beloning: eeuwig leven. Eenmaal daar zijn er geen mensen die beter of belangrijker zijn dan anderen. Dan maakt het niet uit of je 90 jaar of vijf minuten God hebt gediend op aarde.

Hoe vaak zien we niet dat we ons betrappen op onszelf vergelijken met anderen. Wie geloofd heeft de belofte van God op eeuwig leven. Daar komt niet bij dat we eerst nog een bepaalde hoeveelheid werk voor Hem moeten hebben gedaan. Ook de christenen die al jaren actief zijn in Gods koninkrijk hebben niet recht op meer genade, het is geen eigen verdienste. Er is slechts één beloning, en de prijs daarvan is al lang geleden betaald, door Jezus’ bloed.

Moeten we dan maar wachten tot het laatste moment om ons te bekeren? En tot die tijd maar lekker losbandig te leven? Nee, zeker niet! De beloning is voor ieder hetzelfde. Maar hoe we de tijd hier doorbrengen verschilt enorm.

Hoe kan jij hier al het verschil zien tussen een christen en iemand die Jezus nog niet kent? De een maakt zich geen zorgen, is altijd vriendelijk en blij; omdat die elke dag kracht mag ontvangen. De ander maakt zich zorgen, voelt druk, wordt gefrustreerd; omdat die op eigen kracht probeert te leven. Zo ken ik christenen die een zwaar leven hebben, maar die er niet onder gebukt gaan. Ik bewonder altijd diegenen die in de moeilijke tijden God blijven prijzen. Op dezelfde manier ken ik ook mensen die Jezus nog niet kennen, en bij wie alles voor de wind lijkt te gaan, maar die toch geen rust kunnen vinden. Want het moet altijd meer, beter, duurder, luxer. Dan kun je beter een zwaarder leven hebben en bij God rust en blijdschap vinden, dan een volle bankrekening hebben en een hoofd vol zorgen en drukte.

Terugkomend op het onderwerp; het is waar, er is later slechts één beloning, voor iedereen gelijk. Maar hoe meer we hier op aarde al deel zijn van Gods koninkrijk, hoe meer we hier al mogen voorproeven van wat straks op ons wacht.

Vrede vinden

Maak u nergens zorgen over, maar bid voor alles. Vertel God al uw problemen en verlangens en vergeet vooral niet Hem te danken voor alles wat Hij doet.

Filipenzen 4:6

Maak je je wel eens zorgen? Is dat nodig? In verschillende plekken staat in de Bijbel dat we ons geen zorgen hoeven maken, waaronder in het bovenstaande vers. Toch is er iets bij ons mensen waardoor we ons zorgen blijven maken. We groeien op met eigen verantwoordelijkheid; oorzaak en gevolg. Dan is het moeilijk om juist los te laten en om de leiding over te geven.

Maakt een gewone werknemer zicht druk over de koers van het bedrijf waar hij werkt? Doet een werknemer niet ook wat de baas vraagt zonder te hoeven weten waarom? Er zijn natuurlijk uitzonderingen, maar in de meeste gevallen houd een gewone werknemer zich niet bezig met het grotere plaatje (dat is dan aan het management). Zo zouden ook wij moeten leven, vertrouwende op God die ons de juiste kant op zal sturen. En als Hij ons vraagt iets te doen, mogen we er op vertrouwen dat het zijn doel zal hebben, al zien we dat zelf misschien niet. De vergelijking gaat misschien niet helemaal op, want bedrijven zijn vaak genoeg naar de ondergang geholpen door verkeerde keuzes van het bestuur. Maar het verschil is dat God zonder gebreken is, Hij maakt geen vergissingen die het bedrijf ten gronde kunnen richten. Aan wie kunnen we ons leven dus beter toevertrouwen dan aan Hem? Als we zelfs kunnen doen wat onze baas ons vraagt, dan kunnen we toch zeker ook wel doen wat God van ons vraagt? Wat vraagt God dan van ons? Dat verschilt, Hij kan aan de ene persoon vragen om iets te zeggen en een ander om iets te doen. Naast specifieke vragen die we krijgen geldt er ook een algemeen deel, zie dat als algemene arbeidsvoorwaarden in een contract, die gelden ook buiten afzonderlijke vragen van de baas. Een voorbeeld van een algemene deel van Gods leiding is doen wat in het vers bovenaan dit bericht staat. Waarbij het wellicht het lastigste zal zijn om de zorgen los te laten en volledig te vertrouwen op God.

Als we dus geen zorgen moeten maken, wat moeten we dan? Daar staat een mooi stuk over in de 2 verzen voor het eerder genoemde vers; Filipenzen 4:4-5:

Jullie moeten blij zijn, omdat jullie bij de Heer horen. Ik zeg het nog eens: Wees altijd blij. Laat iedereen merken dat jullie vriendelijk zijn. En bedenk: de Heer is dicht bij ons.

We mogen dus blij zijn en om onze vriendelijkheid bekend staan. Mogen we dan nooit verdrietig zijn? Natuurlijk wel! Maar we moeten er niet in blijven hangen. We hoeven geen bedroefd leven te leiden. Maar mogen elke dag blijdschap ontvangen. Ook de vriendelijkheid moeten we niet vergeten. Dit kan ook weer samen gaan met blijdschap. Voelt het niet ontzettend goed (wordt je er niet blij van) wanneer je iets voor een ander hebt kunnen doen? Elke daad uit die uit vriendelijkheid (niet uit eigenbelang dus) wordt gedaan wordt omgezet in blijdschap. Mocht je dus de blijdschap niet zo ervaren in je leven, werk dan aan de vriendelijkheid, dan krijg je er blijdschap gratis bij.

Samenvattend: we hebben dus vriendelijkheid die leidt tot blijdschap; we weten dat we ons geen zorgen hoeven maken, want de Heer zorgt voor ons; we mogen alles aan Hem vertellen en Hem danken voor alles wat Hij doet. Maar de titel van dit bericht is Vrede vinden, hoe zit het dan daarmee?

Dit komt terug in vers 7 van Filipenzen 4. Nadat je al het bovenstaande hebt ervaren:

Dan zal God zijn vrede aan jullie geven. Dat is een vrede die geen mens ooit gekend heeft. Die vrede zal jullie gevoel en jullie gedachten beschermen tegen al het kwaad. Want jullie horen bij Jezus Christus.

Verhoring van gebed

Vraag en u zult krijgen, zoek en u zult vinden, klop en er zal worden opengedaan.

Matteüs 7:7

Als we vragen, zullen we krijgen staat hier. Maar hoe kan het dan dat we soms niet lijken te krijgen wat we hebben gevraagd?

Voor God is het mogelijk om ons in één klap te geven wat we vragen. Zo vroeg Simson nog één keer om zijn kracht en hij ontving die direct (Rechters 16:28). Hoe zit het dan met de dingen die wij vragen? Waarom lijken wij die dan niet te krijgen.

Ik zal een voorbeeld geven van wat ik zelf het meegemaakt. Ik vroeg de Heer om meer geduld. En wat kreeg ik? Ik kreeg: files, mensen die langzaam voor mij reden (onder de maximum snelheid), inhalende vrachtwagens op een tweebaanssnelweg waar ik 130 zou mogen (als het had gekund), trein net missen, tram voor mijn neus zien wegrijden enz. In het begin was ik nog wel eens aan het ergeren wanneer zo iets gebeurde, maar op een gegeven moment ging ik het inzien: dit waren allemaal situaties om geduld te beoefenen. God gaf mij niet in één klap waar ik om vroeg, maar hij gaf mij situaties om aan geduld te werken. Ook nu nog heb ik deze situaties, maar in plaats van boos te worden zeg ik dan tegen mezelf: “Geduld, Andreas, geduld“, en kom ik tot rust. Zo heb ik boosheid kunnen vervangen door rust, en als bonus werkt het ook aan het groeien van mijn geduld, win-win!

Zo kan God moeilijkheden geven, aan wie om kracht vraagt, om op die manier kracht op te bouwen. En lastige problemen aan hen, die om wijsheid hebben gevraagd. Kansen voor wie om succes vragen. Een vreemde die een gesprek aanknoopt voor wie om een oplossing voor eenzaamheid vraagt.

We zouden allemaal wel in één klap rijk willen worden door een loterij te winnen, echter is de praktijk dat dit voor de meeste van ons nooit gaat gebeuren. Daarom kunnen we beter werken (als dat mogelijk is) voor ons geld, dan te blijven hopen op het winnende lot. Dit is te vergelijken met verhoring van gebed, soms verhoord God direct in wonderbaarlijke wijze, maar meestal krijgen we de middelen die we nodig hebben om dat te bereiken waar we om vragen.

Als we terug kijken naar de tekst uit Matteüs dan staat daar niet: “Vraag en u zult misschien krijgen” of “Vraag en u zult waarschijnlijk krijgen”. Nee, er staat: “u zult krijgen”. Een zekerheid dat wie vraagt, zal ontvangen, misschien niet altijd direct of op wonderlijke wijze; maar ontvangen, dat zeker!

Ja, ieder die vraagt, zal krijgen, en wie zoekt, zal vinden, en voor wie aanklopt, zal worden opengedaan.

Matteüs 7:8

Heb ik dit verdiend?

Hans rent door de straat. Nog 100 meter en dan rechts het hoekje om. Soms springt hij naar links of recht, andere mensen ontwijkend. Hij kijkt af en toe nog snel naar zijn horloge. Gaat hij het nog halen? Hijgend gaat hij dan de hoek om, en ja hoor, zal je altijd net zien. Er staat al een parkeerwachter bij zijn auto te wachten. Teleurgesteld sjokt Hans het laatste stukje naar zijn auto toe. Daar zal wel een mooie boete uit komen, denk hij al. Bij zijn auto aangekomen, nog helemaal bezweet van het rennen, wordt hij aangesproken door de parkeerwachter. “Vijf minuten te laat, meneer.” Hans weet dat de parkeerwachter gelijk heeft en geeft geen antwoord, hij wendt zijn blik af en kijkt omlaag. De parkeerwacht glimlacht en zegt: “over 5 minuten houdt mijn dienst op, zullen we het op een waarschuwing houden? Dan bespaart u zich een boete en ik bespaar wat papierwerk.” Hans bloeit helemaal op bij die woorden, hij schud ijverig de hand van de parkeerwachter en bedankt hem uitvoerig. Daar komt hij toch mooi van af zo.

Nu zullen zeker niet alle parkeerwachters zo vriendelijk zijn om iemand in overtreding zo makkelijk te ontzien. In dit geval is het een fictief voorbeeld, maar het illustreert wel mooi wat we tegen kunnen komen. Onverdiend en onterecht kunnen goed dingen op ons pad komen. Geluk of toeval zouden anderen dat noemen. Maar dat zou het te kort doen.

Hebben wij niet door onze zonden, onze overtredingen straf verdiend? Als het om gerechtigheid gaat staan we er niet al te best voor. God is geen God van onrecht, maar hij is ook niet een God die zijn volgelingen/kinderen in de steek laat. Als we kijken naar Exodus 17:8-13 daar lezen we dat het volk van Israël werd aangevallen door de Amalekieten. Een strijd die ze zouden verliezen als het er “eerlijk” aan toe zou gaan. Maar Mozes strekt zijn handen omhoog naar boven, en daarmee wint het volk van Israël de strijd toch. Was dat eerlijk/rechtvaardig? Het andere leger was sterker en had de overwinning verdient toch? Maar aan de andere kant, had het volk van Israël een verlies verdient? Nee, dat ook niet. Het volk van Israël werd hier geholpen door God.

Op dezelfde manier helpt God vandaag ook nog. Misschien niet altijd op een groot slagveld, maar ook met kleine dingen. Zoals een boete die verdient is maar toch niet door gaat. Of een hoge beoordeling terwijl we denken dat we dit niet verdient hebben. Of een kans om ergens deel te mogen nemen terwijl we niet aan de criteria voldoen. Diep van binnen weten we dan wel dat we dit eigenlijk niet verdient hebben, we denken dan al snel: “Waarom juist ik?”. Zo kunnen we het moeilijk hebben met de goede dingen die ons overkomen.

Maar daarop kan ik slechts 1 weerwoord geven: wie van ons heeft het verdiend om naar de hemel te gaan? Dat we tot God mogen komen als ons iets dwars zit? Dit is geen eigen verdienste, dat is genade. Zo zoals we dit door genade krijgen zo krijgen we elke nog meer uit genade. Misschien niet allemaal op het moment dat we het graag willen, maar juist op die momenten dat we het nodig hebben. Ik geloof niet in geluk of toeval, ik geloof wel dat God ons wil en kan zegenen en daarvoor zaken kan aansturen. Zo kunnen we dus een hogere beoordeling krijgen dan we hadden verwacht, of blijkt dat we onverwacht geld terug krijgen of geld overhouden. Het kan ook in vorm van een compliment zijn dat we krijgen of een persoon die we ontmoeten.

Door Jezus hebben we ons leven al gekregen, waarom de kleine dingen dan niet ook aannemen?

Zoek liever eerst het koninkrijk van God en zijn gerechtigheid, dan zullen al die andere dingen je erbij gegeven worden.

Matteüs 6:33